‘Je bent jong en je hebt vierentwintig uur per dag’


De aannemerij in de bouwwereld is een wereld van hard werken, niet bang zijn voor tegenslagen en bereid zijn om te blijven leren van je ervaringen. ‘Je redt het alleen als je het met hart en ziel doet. Ondernemer word je niet, ondernemer ben je.’

De passie spat er vanaf bij Nico en Tine van Heerwaarden en hun zoon en opvolger Joost. En de eensgezindheid. Want al maakte Nico al zijn planningen en berekeningen dan nog op papier en doet Joost niets meer zonder computer, in wezen is er in bijna veertig jaar helemaal niet zoveel veranderd. ‘Familie, hè? We weten precies wat we aan elkaar hebben’, constateert Joost. ‘We hebben nooit ruzie’, vult Nico aan. ‘Wel eens verschil van mening. Maar dat duurt nooit lang.’

Man van de praktijk


Nico is een man van de praktijk. Hij leerde het vak van timmerman bij aannemer Elko Vermeulen in Oosterend en werkte daarna twee jaar bij Henk Kooger in De Waal, voordat hij en Tine in 1978 voor zichzelf begonnen. Als beheerders van vakantiepark Slufterduin. Leuk en gevarieerd werk, maar ook met weinig privéleven, zodat Nico na drie jaar besloot terug te keren naar de bouw.


Ze stichtten hun bedrijf in een oude stolpboerderij aan de Kogerweg, gekocht van de vader en een oom van Tine. Nico: ‘Ik deed van alles: ramen maken, deuren, kozijn, dakkapellen. In het begin vooral voor klanten die bij een ander waren weggelopen. Kritisch volk. Als je dat doorstaat, dan red je het.’ Tine: ‘Het was hard werken, zes dagen per week. Zondagochtend deed Nico de administratie. De zondagmiddag was voor de kinderen. En drie weken per jaar gingen we op vakantie. Met een geleende vouwwagen.’


Om hun gezin met drie jonge kinderen te kunnen onderhouden, werkte Tine halve dagen in het verpleeghuis. En verder verbouwden ze aardappelen, hielden ze een koppeltje schapen om de wol te verkopen en brachten ze zelfs de sla uit eigen tuin aan de man. Joost herinnert het zich goed: ‘Als jochie ging ik met een kruiwagen naar de buren om aardappelen te verkopen.’ Nico lacht: ‘Familieleden die kwamen logeren, werden gelijk ingeschakeld. Niemand vond het erg. Je bent jong en je hebt vierentwintig uur per dag.’

Zuinig en inventief

Ze waren zuinig en inventief. Na een tip konden ze in Amsterdam gratis een grote partij betonblokken, stenen en andere materialen ophalen die na een project van de BAM waren overgebleven. Nico: ‘Grote aannemers vinden het vaak te duur hun spullen zelf op te ruimen. Ik heb een vrachtwagentje gehuurd en van alles meegenomen. Een deel hebben we zelf gebruikt, voor bijvoorbeeld de fundering van de nieuwe schuur die we naast de stolp bouwden. Een ander deel heb ik verkocht.’


Het jonge timmer- en bouwbedrijf draaide op de aannemerspapieren van Henk Kooger, met wie Nico nauw samenwerkte. Maar toen zijn oude werkgever bij een collega in loondienst ging, dreigde een probleem. Nico had inmiddels zoveel werk, dat hij geen tijd had er nog een zware studie bij te doen om de benodigde diploma’s te halen. Tine: ‘Toen heb ik gezegd: weet je wat, dan ga ik naar school.’


Zonder relevante vooropleiding of ervaring bleek het een zware klus, naast het huishouden en administratieve werk dat ze al deed. De opleiding duurde drie jaar. Een paar maanden voordat ze klaar was, kwam er controle. Nico: ‘We waren aangegeven door een collega, we noemen geen namen. Gelukkig waren de controleurs van goede wil en kon Tine aantonen dat ze al heel ver was met de opleiding. Maar het scheelde niet veel of we hadden een dikke boete gehad. Tine: ‘Kun je nagaan, tegenwoordig heb je als aannemer helemaal geen papieren meer nodig en kan iedereen een bouwbedrijf beginnen.’

Wolkers

Een klus om nooit te vergeten was de bouw van het atelier van schrijver en beeldend kunstenaar Jan Wolkers. Joost: ‘Ik zat bij zijn zoons in de klas. Jan haalde ons uit school, dan gingen we eerst langs de bakker en daarna naar zijn huis. Daar waren mijn vader en moeder aan het werk. Een gekke situatie, maar ik vond het heel normaal.’ Tine lacht: ‘Jan vond het heel bijzonder. Een vrouw op de steiger, het lijkt hier Rusland wel, zei hij.’


In de loop der jaren brachten de Van Heerwaardens een indrukkend aantal grote projecten tot een succesvol einde. Kwaliteit staat daarbij voorop. Klanten die klagen dat een offerte te hoog is, adviseren ze op zoek te gaan naar een andere aannemer of te bezuinigen op het materiaal. Hoogtepunten waren de verbouw en nieuwbouw van groepsaccommodatie Bloem en Bos en van de hotels Kogerend, Tatenhove en De 14 Sterren. De eerste klus van Nico en Joost samen was café-restaurant Sjans in De Koog, dat in de kerstvakantie grotendeels in vlammen was opgegaan en na een huzarenstukje van alle betrokken partijen vlak voor het zomerseizoen alweer open kon.


Joost leerde het vak bij Bouwbedrijf Visser en kwam naar huis terug toen zijn vader door een ongeluk een tijd uit de roulatie was. In 2002 trad hij tot de firma toe en sinds vijf jaar is hij de eindverantwoordelijke. ‘Dat ging allemaal heel vanzelfsprekend’, vindt Joost. Nico: ‘We hebben nooit gezegd: je moet.’ Tine: ‘Dan werkt het ook niet. Je redt het alleen als je het met hart en ziel doet. Ondernemer word je niet, ondernemer ben je.’

Voorbereidend werk

Stapje voor stapje zet Joost de zaken naar zijn hand. Dankzij de computer kunnen projecten steeds systematischer en efficiënter worden aangepakt. Veel voorbereidend werk wordt gedaan in de werkplaats aan het pand aan de Bernhardlaan, waar het bedrijf sinds 1999 is gevestigd in een verbouwde kunstmestloods van de Aankoopcentrale. En door zo min mogelijk uit te besteden, kan hij ook op wat rustiger momenten al zijn medewerkers zonder veel problemen aan het werk houden.


Zelf zwaait Joost de medewerkers veel lof toe. Het zijn er inmiddels veertien. ‘Je kunt zelf wel op een bepaalde manier willen werken, maar als zij het niet zien zitten, dan wordt het niks. We hebben een mooie ploeg, met sinds een paar jaar ook flink wat jonge jongens. De sfeer is prima. Ik zie de toekomst rooskleurig tegemoet.’


Familiebedrijven heb je overal. Maar op Texel zijn het er opvallend veel. In het nieuwe boek ‘Het blijft in de familie’ krijg je als lezer een inkijkje in 33 Texelse familiebedrijven.

Familiebedrijven heb je overal. Maar op Texel zijn het er opvallend veel. In het nieuwe boek ‘Het blijft in de familie’ krijg je als lezer een inkijkje in 33 Texelse familiebedrijven