In de rubriek 'Achter het nieuws' belicht TXNU inwoners die betrokken waren bij Texels nieuws dat landelijk of internationaal de media haalde. Deze keer Sidny van Zon. Hij was een van de reddingswerkers bij de Dakotaramp in de Waddenzee in 1996. Een vergeten ramp.
Ze hadden een personeelsuitje op 25 september, 24 jaar geleden. Van Schiphol naar Texel in zo'n oude Dakota, Douglas DC-3 van de Dutch Dakota Association (DDA).
Wat een mooie dag voor 23 brug- en sluiswachters en kantonniers van de Provincie Waterstaat, drie medewerkers van Ballast Nedam en zes bemanningsleden had moeten worden, eindigde in een rampscenario.
Op de heenweg naar Texel was er nog niets aan de hand. Terug sloeg het noodlot toe. De linkermotor viel uit, en de bemanning kreeg de propeller niet in de vaanstand. De piloot maakte een noodlanding, maar het toestel raakte in een duikvlucht. Stort neer op zandplaat Lutjeswaard in de Waddenzee, rond vijf uur in de middag. Een zandplaat nabij Texel, dat officieel bij Wieringerwaard hoort.
Adrenaline
Sidny, toen net vijf jaar in dienst, nog plaatsvervangend schipper en nu alweer jarenlang schipper bij de KNRM, werd met zijn collega's van station De Koog gealarmeerd. 'We hadden geen idee wat we zouden aantreffen, en hoopten mensen te kunnen redden. De mist belemmerde ons zicht. Op de romp van de Dakota stonden mensen, leek het. Hoopvol dus. Eenmaal dichterbij bleek dat beeld met de mistvorming te maken hebben. De helikopterbemanning zag drie lichamen in het water drijven en daar gingen we eerst op af. De enige overlevende was al door hun naar het ziekenhuis gebracht, maar overleed kort erna. De bemanning van Rijksvaartuig 40 nam deze overleden passagiers van ons over, zodat onze boot leeg was om andere slachtoffers te bergen.'
Ze waren de eerste reddingswerkers ter plekke. Kregen – naast Rijksvaartuig 40 - hulp van kotter TX10 en later de reddingsstations uit Den Helder, Den Oever en De Cocksdorp..
'De romp van het vliegtuig stak gedeeltelijk boven water. De kans op overleven was nihil. Zonder na te denken kwam ik in actie. Adrenaline is sterk spul hoor. Ik lag half op de romp om te kijken of ik binnen nog mensen zag. Het was laag water, dus kon ik staand op de bodem mensen met een haak uit het vliegtuig trekken. Afschuwelijk natuurlijk, maar daar sta je op dat moment niet bij stil. Die mensen moeten eruit, dat is het enige waaraan je denkt.'
Epicentrum
Het epicentrum voor nabestaanden en pers zat in Den Helder. Toenmalig Commissaris van de Koningin Jos van Kemenade, tevens werkgever van de Provincie Waterstaat Noord-Holland, snelde naar de havenstad. Familie werd opgehaald in bussen en naar het informatiecentrum in Den Helder gebracht, waar ook de pers aanwezig was. 'Het beeld ziet er somber uit', was het enige dat de commissaris kon mededelen in de persconferentie. Op basis van vermoedens, informatie was niet voorhanden. De ramp vond buiten het gezichtsveld van de media plaats. Familie wachtte radeloos.
Sidny: 'We wisten helemaal niet wat zich aan de vaste wal afspeelde. Pers heb ik ook niet gezien. Fotografen moeten er later geweest zijn, want ik zag mezelf terug in De Telegraaf. Ik was alleen maar bezig met lichamen bergen. Dat is zo belangrijk voor de nabestaanden. Dat ze hun geliefden kunnen begraven en herdenken. Ik ben ook heel blij dat ik mijn werk anoniem en buiten de schijnwerpers heb kunnen doen. Die zandplaat lastig te vinden was.'
'Geen overlevenden', dat bericht kreeg het informatiecentrum pas 's avonds om elf uur binnen.' Duikers van de Marine borgen de laatste passagiers, die dieper in de Dakota lagen. Het Rampen Identificatie Team bracht uiteindelijk alle lichamen naar het marineterrein in Den Helder.
Gehuild
Sidny en zijn collega's kwamen na de berging bij elkaar in het boothuis. 'De impact van de ramp dringt dan nog nauwelijks tot je door. Op de een of andere manier sluit je je af voor die beelden. Nog steeds kan ik ze niet op mijn netvlies krijgen. Ik weet dat het gebeurd is, maar het is allemaal ver weggestopt. Een soort van overlevingsmechanisme. Eenmaal thuis heb ik gehuild. Erna nooit meer. Wel heb ik heel veel over de ramp gesproken, misschien heb ik het zo verwerkt.'
De pers was massaal bij de herdenking op 2 oktober 1996 in Haarlem aanwezig. De NOS verzorgde een rechtstreekse uitzending. De kerkdienst in het Sint Bavo werd uitgezonden via video walls in het Concertgebouw. In Den Helder was een militaire bijeenkomst. ,,We werden uitgenodigd bij de Marine in Den Helder. Indrukwekkend. Mooi dat we er als redders van het eerste uur bij waren. In 2006 is er voor het laatst een herdenking in Haarlem geweest. De Dakotaramp is inmiddels een vergeten ramp met vergeten slachtoffers ......'
KADER
De Raad van de Luchtvaart stelde een onderzoek in naar de ramp. Een van de nabestaanden deed aangifte tegen de DDA, een beschuldiging richting de oprichter van Martinair, Martin Schröder. Hij liet destijds een goed gekeurde motor in de betreffende Dakota vervangen door een ongekeurde. Uit het onderzoek van de Raad van de Luchtvaart bleek dat het toestel vaker problemen had en meerdere noodlandingen heeft gemaakt. De DDA mocht na de ramp enkele jaren niet vliegen met verouderde vliegtuigen. In Haarlem staat een monument van kunstenaar Theo Mulder ter nagedachtenis aan de slachtoffers bij het Provinciehuis. Een deel van de nabestaanden wilde een monument op Texel, maar dit was in verband met de afstand niet handig voor alle nabestaanden. Op Airport Texel staat ter nagedachtenis een bronzen beeld, een DC-3 boven het silhouet van Texel. In november van dit rampjaar hebben enkele nabestaanden bloemen in de Waddenzee gegooid.
Douglas DC-3 werd in 1943 gebouwd als militair transport vliegtuig voor US Air France, en is na de Tweede Wereldoorlog omgebouwd tot passagiersvliegtuig. Deze Dakota is nog gebruikt in de film A Bridge too Far.