Bij iedere strandwandeling van september tot in mei zien we ze wel rennen: de drieteenstrandlopers. Ze horen er echt bij. Met razendsnelle bewegingen van hun pootjes rennen ze achter de terugwijkende golven aan om achtergebleven voedsel op te pikken. En net zo hard rennen ze voor de aanrollende golven uit om geen nat pak te krijgen. Is de golf iets te onstuimig, dan gebruiken ze hun vleugels om op tijd weg te wezen.
Drieteenstrandlopers zijn om een aantal redenen bijzonder. In de eerste plaats hebben ze drie in plaats van vier tenen die normaal zijn bij vogels. Waarom? Dat weet niemand. In ieder geval danken ze hun naam eraan.
In de tweede plaats is het de enige strandloper, er komen in Nederland wel zeven verschillende soorten voor, die we op het strand zien. Heel soms even op zandig wad of in het plasje binnendijks, waar we ook de andere soorten kunnen aantreffen. Een zekerheid is dat een drieteenstrandloper in ons land zelden verder dan enige tientallen meters van de zee verwijderd is. Gedurende een zware storm wanneer het strand onder water staat, schuilen ze in de buitenste duinen. Daar vinden ze wel een plekje in de luwte van aanspoelsel of een helmpol.
Drieteentjes, zoals vogelaars ze meestal noemen, dwingen zoals zoveel van onze trekvogels, ontzag af met hun wonderbaarlijke vliegprestaties. De diertjes die hier over het strand hollen komen van hoognoordelijke broedgebieden. Ze hebben gebroed in Noord-Oost Groenland, Noord-Oost Canada en hoognoordelijk in Siberië. Via IJsland of Noorwegen vliegen ze naar West-Europa. Een deel blijft hier ’s winters, een ander deel vliegt door naar de Afrikaanse kusten van bijvoorbeeld Mauritanië en Ghana. Maar er zijn er zelfs die doorvliegen naar het zuidpuntje van Zuid-Afrika!
Denk maar eens aan al die duizenden kilometers vliegen, op eigen kracht, als wij na een strandwandeling van vijf of tien kilometer moe achter een kopje koffie in een strandpaviljoen belandden. En kijk nog maar eens extra met groot respect naar die diertjes die ogenschijnlijk opgewekt, vrolijk en onvermoeibaar achter de golven aan rennen.
Door Adriaan en Sytske Dijksen